Hoge Raad: Wet Rechtsherstel Box 3 schiet nog tekort bij verdragsinbreuk

Wordt de verdragsinbreuk weggenomen door de Wet rechtsherstel box 3?
Nee, volgens de Hoge Raad niet. De Hoge Raad oordeelt dat de Nederlandse wetgeving voor de inkomstenbelastingheffing in box 3 nog steeds het verdragsrechtelijke discriminatieverbod en het eigendomsrecht schendt wanneer het forfaitaire rendement hoger is dan het werkelijke rendement. In recente uitspraken heeft de Hoge Raad nadere regels gegeven voor de berekening van het werkelijke rendement en voor het rechtsherstel dat moet worden geboden in geval van de verdragschending.

Achtergrond
Het oorspronkelijke box 3-regime (2017)
Vanaf 1 januari 2017 werd het voordeel uit sparen en beleggen belast op basis van een fictief rendement, gebaseerd op gemiddelde rendementen en een fictieve beleggingsmix. Hierdoor werd geen rekening gehouden met de werkelijke samenstelling van het vermogen of het werkelijke rendement.

De uitspraak van de Hoge Raad van 24 december 2021 (het Kerst-arrest)
De Hoge Raad oordeelde dat dit stelsel het discriminatieverbod van artikel 14 EVRM en het eigendomsrecht van artikel 1 EP schendt, vooral in gevallen waarin het forfaitaire rendement hoger is dan het werkelijke rendement. Dit systeem legde een zware financiële last op aan belastingplichtigen die ervoor kozen niet risicovol te beleggen en creëerde een ongelijke behandeling binnen de groep risicovolle beleggers. De Hoge Raad bepaalde dat rechtsherstel moet worden geboden door alleen het werkelijke rendement te belasten.

De Wet rechtsherstel box 3 (Herstelwet)
Na de uitspraak van 24 december 2021 trad de Wet rechtsherstel box 3 in werking om de belastingheffing in box 3 voor de jaren 2017 tot en met 2022 in overeenstemming te brengen met de uitspraak. De Herstelwet gebruikt nog steeds een forfaitair rendement, maar probeert het werkelijke rendement beter te benaderen door rekening te houden met de samenstelling van het vermogen, verdeeld in drie categorieën: banktegoeden, overige bezittingen en schulden. Elk heeft zijn eigen forfaitaire rendement.

Oordeel Hoge Raad
De Hoge Raad oordeelt dat de Herstelwet het probleem deels oplost voor belastingplichtigen met enkel banktegoeden, maar niet voor de belastingplichtigen met overige bezittingen. Voor die laatste groep blijft het probleem van een relatief ongelijke behandeling bestaan, zoals eerder geconstateerd. Dit verschil in behandeling is niet gerechtvaardigd door de belangen die de wetgever met de Herstelwet dient, die grotendeels overeenkomen met die van het oorspronkelijke stelsel.

De Hoge Raad concludeert dat ook de Herstelwet in strijd is met het discriminatieverbod en het eigendomsrecht wanneer het forfaitaire rendement hoger is dan het werkelijke rendement. Verder oordeelt de Hoge Raad dat dit ook geldt voor de Overbruggingswet box 3, die sinds 1 januari 2023 van kracht is.


Werkelijk rendement en rechtsherstel
De Hoge Raad heeft een handreiking gegeven voor de berekening van het werkelijke rendement, waarbij het gehele vermogen van de belastingplichtige in box 3 moet worden betrokken. Het werkelijke rendement omvat: 

“Rente, dividend, huur, waardeveranderingen van vermogensbestanddelen, inclusief ongerealiseerde waardeveranderingen. Kosten worden niet meegenomen, behalve de rente van schulden in box 3.”

Rechtsherstel houdt in dat belasting moet worden geheven over het werkelijke rendement wanneer dit lager is dan het forfaitaire rendement. De belastingplichtige moet aantonen dat het werkelijke rendement lager is.

Tot slot heeft de Hoge Raad geoordeeld dat er in beginsel geen rente vergoed hoeft te worden door de Belastingdienst indien de belastingaanslag wordt verminderd.

Hoe nu verder
De Wet rechtsherstel box 3 en de Overbruggingswet box 3 lossen de inbreuk op verdragsrechten niet volledig op. Het systeem blijft discriminerend wanneer het forfaitaire rendement hoger is dan het werkelijke rendement, vooral voor risicovolle beleggers. De Hoge Raad bepaalt dat rechtsherstel noodzakelijk is door belasting te heffen op basis van het werkelijke rendement.

De staatssecretaris van Financiën Van Rij heeft al laten weten dat de Belastingdienst ruim de tijd nodig heeft om deze arresten te bestuderen. Verder heeft hij aangegeven dat de belastingplichtigen vanzelf een brief ontvangen vanuit de Belastingdienst.

Mocht je vragen hebben dan kunt je altijd contact opnemen met je relatiebeheerder bij N-XT Accountants & Adviseurs. Mocht je in de tussentijd een definitieve aanslag inkomstenbelasting ontvangen, neem dan tijdig contact met ons op. 

Datum publicatie: 
13 juni 2024 | 12:00 uur

Bronnen:

Terug naar nieuws

Neem contact met ons op